Academie voor Cultuurmanagement

Linkedin

Tijdens de lunch werd er druk gelinkt. Op veler verzoek, hierbij nog even alle deelnemers op een rijtje:

Arjen Nicolai,
De Gigant

Amir Firouztash,
Wilminktheater

Carla Aarts,
Bibliotheek Kerkrade

Inge Thoes,
Bibliotheek Zuid-Kennemerland

Lloyd Resida,
De Vaillant

Maarten Bakker,
Theater Dakota / Studio de Bakkerij

Marij Wools,
Theater Orpheus

Mathilde van de Veen,
Wilminktheater

Mike Warners,
Bibliotheek Zuid-Kennemerland

Mirjam Barendregt,
Theater Orpheus

Rens Bleijenberg,
Bibliotheek Deventer

Rense Slings,
Rozet

Sanne Oudshoorn,
BBLTHK

Wieke Vrijhoef,
De Fransche School

Willemien Dorresteijn,
BBLTHK

 

Beste allemaal,

Dat was alweer de laatste bijeenkomst van de MeeMaakPodia! Allereerst namen Marij en Patricia van Theater Orpheus ons mee in hun MeeMaak-ervaringen, gericht op jonge gastprogrammeurs en een ouderen programmaraad. Voor het draagvlak binnen Orpheus was de steun van Mirjam, directeur, heel belangrijk. Verder hebben ze veel successen gedeeld en veel collega's in een vroeg stadium betrokken en hen, bijvoorbeeld techniek, ook workshops laten geven. De grootste uitdaging van het MeeMaken was toch wel dat het geen kant-en-klaar project was, het kostte veel tijd en geduld. 

Met samenwerken ga je een open proces in.
Dat is geen all-inclusive reis, maar een toegewijde trektocht
(andre wierdsma)

korte verslagen van de gespreksrondes

intern draagvlak 

Meemaken is een organisatieverandering. Hoe kan ik mijn collega’s betrekken? De (publieksdienst)collega’s werken nog niet mee in dit proces, het verkeert in planvorming. Er vindt een verschuiving plaats naar contact maken. Van boekgericht naar contactgericht. Waar loop je specifiek tegenaan? Iedereen is druk. Er is weliswaar een visie, wij worden een mensenbibliotheek. Dat is een transformatie van de bestaande boekenbibliotheek. Er is nog geen instrumentarium voor ingezet. Hoe is het draagvlak bij het MT? Er is wel trots op het meemaken. In de andere lagen van organisatie niet, daar vindt men het een leuk project - van Inge en Mike. Het MT heeft niet door dat het nog niet gedragen wordt. 

Directie en MT hebben rol! Meemaken integreren in werkproces.  Empathie ontstaat door collega’s in contact te brengen met de Meemakers. Zodra collega’s de mensen om wie het gaat leren kennen, gaan ze lopen. Uitwisseling en workshops organiseren. Bijvoorbeeld marketingworkshop van de collega’s voor de Meemakers. Kort op de bal leren spelen is nodig bij het Meemaken, dat is een grote uitdaging voor collega’s bijvoorbeeld die van marketing/communicatie. Scholingsinterventies, bijvoorbeeld gespreksvoering en intervisie inzetten.

Dit is ook in de tweede ronde het onderwerp van gesprek, met Nanda. Hoe kom je van opdracht naar natuurlijke vanzelfsprekendheid? (Dus van braaf uitvoeren van wat er gezegd wordt naar intrinsieke motivatie?) Heb het erover in de reguliere overleggen, over het meemaken in de stad, als vanzelfsprekend onderdeel van alle overleggen. Beleg elke maand een meeting waarin je collega’s toffe high lights uit het meemaakprogramma laat vertellen. Prikkel nieuwsgierigheid van je collega’s. Ervaringen in het meemaken delen. Vraag de directeur een meer aanjagende rol op zich te nemen, steun en vertrouwen van de directeur moeten uitgesproken (en nageleefd) worden opdat collega’s durven experimenteren/fouten maken. Spreek uit dat succes in het proces zit en niet in het eindresultaat. 

meemakers betalen?

We bespraken verschillende cases: van het ruimte bieden aan een moderator met een goed idee voor een programma tot de jongerenambassadeurs die content maken over de programmering. Het lijkt erop dat het dilemma zich voordoet over twee assen: wie stelt de vraag en is iemand professioneel? Bijvoorbeeld als een amateur een vraag stelt om iets te doen kun je kiezen voor faciliteren (en niet betalen) en als jij een amateur een vraag stelt kun je wellicht kiezen voor investeren in opleiden. Als jij aan een professional een vraag stelt kun je betalen en als een professional aan jou een vraag stelt heb je het misschien sneller over een commerciële boeking. Verder gaat het ook over de fase van ontwikkeling waarin de MeeMaker zich zelf bevindt, en wil iemand zich wel ontwikkelen tot professional (die uiteindelijk betaald kan worden). 

Tips om hiermee om te gaan zijn: ga het doen, probeer het uit. Maark een stappenplan voor welk moment je overgaat op een volgende fase. Neem ruimte en flexibiliteit in je stappenplan. Kijk en voel waar de energie zit en evalueer regelmatig.


duurzame relatie met jongeren

Jongeren en jongerencultuur zijn continu onderhevig aan veranderingen. Wat een jaar een geleden 'cool' was, kan dat nu al niet meer zijn. En kunnen jongeren shiften tussen verschillende subculturen. En luisteren 'de codes' pe subcultuur nauw. De organisatie en werkwijze mbt de doelgroep zou op dit gegeven ingericht moeten zijn. 
 
Om jongeren op een aansprekende manier te kunnen aanspreken is een 'aparte brand' nodig. Op deze manier kunnen jongeren in de stijl en taal worden aangesproken en kunnen de activiteiten via dit merk uitgezet worden. Hierdoor ontstaat er ook eigenaarschap bij de jongeren.
Voor de aansluiting met jongeren is het key om te werken met personen die aansluiting hebben met de jongeren. Dit kunnen jongeren  die zelf onderdeel uitmaken van de doelgroep zijn, maar ook jongvolwassenen die hun credits hebben verdiend binnen de cultuur en om die reden respect/ aanzien genieten van de jongeren, dus werken met ambassadeurs / peers.
 
Het betalen voor de inzet van jongeren helpt bij het het borgen van commitment en verantwoordelijkheden. Hiermee wordt voorkomen jongeren hun afspraken niet nakomen of laten vallen op het moment dat er iets tussenkomt (en het leven van een jongere is dat nog regelmatig het geval). Dit kan ook in de vorm van natura, door bijvoorbeeld ondernemende jongeren actief te koppelen aan mogelijkheden en faciliteiten.  Dakota heeft de inzet van de jongeren gekoppeld aan talentontwikkeling. Bijvoorbeeld, richting cultureel producent. Dit zorgt niet alleen gemotiveerde jongeren, maar ook voor ontwikkeling die bijdraagt aan kwaliteit van de output. Jongeren iets laten programmeren betekent niet automatisch dat ze de zaal vol krijgen met hun achterban. Daar moet apart naar worden gekeken. 
 
Werken met jongeren vraagt ook om begeleiding. Daarbij is er wel een verschil tussen jongeren en de type begeleiding die ze nodig hebben. Meemaken met jongeren met een 'rugzakje' vraagt om begeleiding die verder gaat dan 'vakinhoudelijke' begeleiding. Als culturele organisatie zou en rekening mee moeten worden gehouden wat dit in de praktijk betekent (bijvoorbeeld in de benodigde kennis en tijd) en hier bewuste keuzes in maken. Bijvoorbeeld door hier goede afspraken over te maken met jongerenwelzijnoganisatie waarmee wordt gewerkt.

 

duurzame relaties met ouderen

Een ambassadeursgroep van volwassenen/ouderen (45+), hoe bouw je die? Op dezelfde manier als jongere ambassadeurs: door toevallige ontmoetingen en spontane voorstellen. En de problemen die ze tegenkomen oplossen. Alleen andere plekken voor manieren van ontmoeten en andere problemen om op te lossen, bijv. techniek.  Ouderen opzoeken waar ze al zijn. Eerst ouderen die al cultureel geïnteresseerd zijn, die nemen dan hun vrienden mee. Je wil gelijkgestemden, maar vriendschap laat zich niet afdwingen. “You go where your friends go.”

 

prestatieafspraken

 "Er moet één meemaakactiviteit per maand plaatsvinden en het mag niks kosten. Wat moet ik organiseren en hoe?" Stress! We delen inzichten. Ervaren MeeMaker Wieke: ‘Ik grijp mensen met passie bij hun lurven en haal de beren van hun weg.’ ‘Niet de output is belangrijk, maar de beweging.’ We concluderen dat voor meemaken ruimte en vrijheid nodig zijn. Die geven de mindset voor toevallige ontmoetingen en meemaaksuccessen. Maar die staan haaks op prestatieafspraken. 


omgaan met financiers 

Er blijken in de groep totaal verschillende ervaringen te zijn. Mensen die goede ervaringen hebben met Fonds Cultuurparticipatie ( “De ruimte die FCP geeft om te experimenteren werkt stimulerend') en slechte met Fonds Podiumkunsten, maar ook het omgekeerde komt voor (FPK geeft meer ruimte dan FCP). De problematische paradox: we praten over proces en beweging, maar in de verslaglegging gaat het om harde cijfers, niet om het realiseren van een betekenisvolle verandering. We hadden eerlijk gezegd ook wel gehoopt op meer begrip en coulance rond corona: we mochten weliswaar wat langer over het proces doen, maar moeten alsnog alle aantallen halen. Waar de sparringpartner voelde als klankbord en spiegel, voelden fondsen soms als een politieagent.

Er is begrip voor het feit dat de fondsen verantwoording moeten afleggen aan OCW. Daar zit ook de oplossing en daar zou het gesprek dus moeten worden gevoerd. Het zou  daar duidelijk moeten worden dat alleen meetbare resultaten onrecht doen aan wat er is bereikt, de beweging die is ingezet. Hoe mooi zou het zijn als we vanaf 2024 vooral mogen laten zien dat we daadwerkelijk een verandering hebben bewerkstelligd. Het zou ook fijn zijn als elke medewerker bij een fonds een MeeMaakPodium zou adopteren en verschillende MeeMaak-activiteiten zou bijwonen. Het MeeMaken zelf ervaren brengt de empathie op gang, dan zit je ook minder geharnast in je werk en kun je trots zijn op waar je aan bijdraagt.

 

 


vervolgaanvraag

Bij de opening deed Eylem de oproep om je plan in een vroeg stadium met FCP te bespreken. Iedereen heeft behoefte aan meer tijd om de projecten die nu zijn gestart en de allianties die zijn gesmeed te kunnen bestendigen. De ambitie is vaak groot (“de hele stad moet weten dat ze bij ons terecht kunnen”) en er is behoeft aan een duurzaam model dat niet afhankelijk is van tijdelijk fondsgeld. Dan betekent duurzaam o.a. dat MeeMaken onderdeel wordt van de core business en daarnaast zoeken naar bredere financiering en partners (o.a. welzijn, onderwijs). Er is ook gesproken over een (revolving) fonds op lokaal niveau waar communities bij kunnen aankloppen.

 


metaalmoeheid

Bij stakeholders is weinig begrip voor de langdurige inzet die MeeMaken vergt. Alsof een impuls geven genoeg is: nu ben je er toch wel? Maar je hebt tijd nodig om een basis te leggen. Fondsen zouden meer kunnen doen om ook het draagvlak bij andere financiers - zie hierboven - te vergroten. Het delen van kennis over dit soort participatieve processen is echt belangrijk.

MeeMaken moet de kern zijn van wat je doet. Dat je elke keer met iets verrassends of een nieuw verhaal zou moeten komen, staat daar haaks op. Hoe zorg je dat je niet in de valkuil trapt van iets nieuws willen doen, maar de verdieping opzoekt? Hoe verdraag je zelf de eenzaamheid en het uiblijven van erkenning? Hoe speel je het spel? Kun je anderen laten vertellen wat ze hebben ervaren in het MeeMaken? Kun je beslissers persoonlijk MeeMaken laten ervaren - en hoeveel verschil het maakt? 

 

 

 

Als je teveel wil omarmen kun je niets meer echt omhelzen.

Minder programmeren en meer luisteren.

Je wilt gelijkgestemden, maar vriendschap laat zich niet afdwingen.

Ga het doen, probeer het uit. Kijk en voel waar de energie zit en evalueer regelmatig.

Zodra collega’s de mensen om wie het gaat leren kennen, gaan ze lopen. 

Ik grijp mensen met passie bij hun lurven en haal de beren van hun weg.

Niet de output is belangrijk, maar de beweging.

Spreek uit dat succes in het proces zit en niet in het eindresultaat. 

We gaan voor de merkbare verandering, die is niet altijd meetbaar.

Voor Meemaken zijn ruimte en vrijheid nodig, die geven de mindset voor toevallige ontmoetingen en meemaaksuccessen, maar die staan haaks op prestatieafspraken. 

Mail Marjolein

06-260 58 404