Academie voor Cultuurmanagement
 

Chinese museummensen getraind door Reinwardt

Nederlandse musea en opleidingen gaan Chinese musea helpen bij het trainen van managers, collectiebeheerders en tentoonstellingsmakers. Minister Bussemaker (Cultuur, PvdA) heeft daar gisteren in Beijing afspraken over gemaakt met haar Chinese collega Cai Wu.

Op de vleugels van de economische groei is niet alleen de kunstmarkt volwassen geworden, ook het aantal musea is spectaculair gegroeid. Na de piek in 2011 met 400 nieuwe musea is het groeitempo gestabiliseerd op ongeveer 100 per jaar. In 1978, na de beëindiging van de Culturele Revolutie, waren er bijna geen musea, nu zijn er 3.145. Een groot aantal van deze gebouwen in het midden en het westen van het land staat maandenlang leeg of wordt bij gebrek aan kunst en deskundige staf niet eens gebruikt.

„Er is dus een grote behoefte aan goed opgeleide museumstafleden en dat biedt ongekende mogelijkheden voor de Nederlandse creatieve industrie, want behalve trainingen gaan wij ook meer exposities en films uitwisselen”, aldus Bussemaker. Het Van Gogh Museum en de Reinwardt Academie beginnen nog dit jaar met de opleidingen van 25 toekomstige Chinese museummanagers. Later dit jaar zullen meer Nederlandse musea bij de trainingen betrokken worden.

Op Chinese universiteiten, uitgezonderd die in Hongkong, staan de studies museumkunde nog in de kinderschoenen. De Chinese Museumvereniging stuurt stafleden van musea daarom naar buitenlandse musea en universiteiten om een nieuwe generatie museummanagers te kweken. Het is echter voor het eerst dat China op regeringsniveau afspraken maakt.

„De museumficatie van China is in volle gang, maar het zijn nu vooral kunstenaars die optreden als museumdirecteur, en wat wij nodig hebben zijn managers die verstand hebben van fondswerving, verzekeringen, beveiliging, expositieontwerp. Dat is een vak”, zegt Gao Peng, directeur van het museum voor moderne kunst in Beijing en het Powerstation of Art in Shanghai. Gao denkt dat er in zijn snel urbaniserende land rond 2050 plaats zal zijn voor 43.000 musea.

Volgens zakelijk directeur Adriaan Dönszelmann heeft het Van Gogh „een schat aan kennis en ervaring” en wil het graag Chinese musea helpen. Het plan is om volgend jaar een grote Van Gogh-expositie in Beijing of Shanghai te organiseren. Bussemaker en Cai hebben afgesproken dat het trainen van Chinese museummanagers zal leiden tot meer Nederlandse exposities in China.

Bussemaker zei verder dat de samenwerking gericht is op de opleidingen en dat inhoudelijke aspecten van exposities daar los van staan. De Chinese overheid pleegt zich als regel indringend te bemoeien met de samenstelling van tentoonstellingen en dat is vaak een reden dat nieuwe musea zoals het Powerstation of Art, die nog niet over vaste collecties beschikken, maandenlang leegstaan. „Er zal tijdens de opleidingen ongetwijfeld een creatieve en open dialoog ontstaan”, verwacht Bussemaker.

De minister heeft met Cai ook afspraken gemaakt over het openstellen van de Chinese filmmarkt voor Nederlandse films en documentaires. Die afspraken worden vastgelegd in een co-productieverdrag voor documentaires, kinder- en jeugdfilms. „De culturele markt in China is immens en het is duidelijk dat deze steeds verder opengesteld wordt. Behalve 100 musea per jaar worden er hier ook 10 bioscopen per dag geopend. Dat biedt ook Nederlandse filmers veel kansen”, verwacht Bussemaker.

NRC Handelsblad 25 maart